Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wijzigingswet Wet op de studiefinanciering, enz. (invoering prestatiebeurs en aanspraak studiefinanciering)

 

Wet van 28 maart 1996, houdende wijziging van onder meer de Wet op de studiefinanciering en de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek in verband met de invoering van de prestatiebeurs, de vorm van de toelage en de leeftijd waarop aanspraak op studiefinanciering in het hoger onderwijs ontstaat
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om ter uitvoering van het Regeerakkoord het stelsel van studievoortgangscontrole in het hoger onderwijs te vervangen door een stelsel van prestatiebeurs;
dat het tevens wenselijk is de leeftijdsgrens van 18 jaar voor aanspraken op studiefinanciering in het hoger onderwijs te laten vervallen;
dat in verband daarmee wijziging van onder meer de Wet op de studiefinanciering en de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek nodig is;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel I
[Wijzigt de Wet op de studiefinanciering.]

Artikel II [Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

Artikel III [Vervallen per 03-08-2005]

Artikel IV [Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

Artikel V [Vervallen per 01-09-2000]

Artikel VI [Vervallen per 03-08-2005]

Artikel VII [Vervallen per 03-08-2005]

Artikel VIII [Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

Artikel IX
[Wijzigt de Wet tegemoetkoming studiekosten.]

Artikel X
[Wijzigt deze wet.]

Artikel XI [Vervallen per 01-09-2000]

Artikel XII [Vervallen per 03-08-2005]

Artikel XIII [Vervallen per 03-08-2005]

Artikel XIV
1
Deze wet treedt in werking met ingang van 1 augustus 1996, met dien verstande dat de bepalingen, genoemd in lid 1a tot en met het zevende lid, in werking treden op de in die leden aangeduide tijdstippen.
1a
Artikel I met uitzondering van de onderdelen Q, R en S, en artikel II treden in werking met ingang van 1 september 1996.
2
Artikel VIII treedt in werking met ingang van 1 oktober 1996.
3
Artikel I, de onderdelen Q, R en S, treedt in werking met ingang van 1 januari 1997.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven te 's-Gravenhage, 28 maart 1996
Beatrix
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,
j
M. M. Ritzen
Uitgegeven de drieëntwintigste april 1996
De Minister van Justitie,
w
Sorgdrager